stop start MAZDA MODEL 6 2016 Beknopte handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL 6, Model: MAZDA MODEL 6 2016Pages: 36, PDF Size: 1.43 MB
Page 7 of 36

6
Tijdens het rijden
Starten van de motor
(SKYACTIV-D 2.2)
• De startmotor draait niet rond totdat het voorgloei-indicatielampje is uitgegaan.
• Laat bij het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde 
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) niet los totdat het 
voorgloei-indicatielampje in de instrumentengroep uitgaat, na het indrukken van 
de startdrukknop.
1. Zorg er voor dat de handrem aangetrokken is.
2. Blijf het rempedaal stevig intrappen totdat de 
motor volledig gestart is.
3. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig intrappen 
totdat de motor volledig gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P (parkeren). Als u de 
motor moet starten wanneer de auto in beweging is, 
dient u de keuzehendel in stand N (neutraal) te 
zetten.
4. Druk op de startdrukknop nadat zowel het KEY 
indicatielampje (groen) (indien voorzien) in de 
instrumentengroep als het startdrukknopindicatielampje 
(groen) zijn gaan branden.
• Als voor het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde 
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) wordt losgelaten, 
het koppelingspedaal (handgeschakelde versnellingsbak) of het rempedaal 
(automatische transmissie) nogmaals intrappen en de startdrukknop indrukken 
om de motor te starten.
• Als u nadat de gloeibougies zijn opgewarmd het contact gedurende langere tijd 
in de stand ON laat staan zonder dat de motor draait, worden de gloeibougies 
mogelijk opnieuw opgewarmd en gaat het voorgloei-indicatielampje branden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Indicatielampje
                      
Page 8 of 36

7
Tijdens het rijden
Gebruik van de i-stop functie
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een 
verkeerslicht stil staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de 
motor automatisch om het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een 
verminderd brandstofverbruik, minder uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid 
van het stationair draaien verdwijnen wanneer de motor is stopgezet.
Stoppen en herstarten van de motor
OPMERKING
• Het i-stop indicatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:
• Wanneer de motor gestopt is.
• Het i-stop indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
Handgeschakelde versnellingsbak
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de 
neutraalstand. De motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.
3. De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt. 1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het 
koppelingspedaal in te trappen.
Automatische transmissie
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de 
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het 
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal 
nogmaals wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in 
blokkeermodus voor tweede versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd 
met het oog op de veiligheid wanneer de motor gestopt is tijdens het 
verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.) 1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt 
(behalve tijdens het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede 
versnelling) en de auto tot stilstand is gebracht.Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de 
motor is voldaan. • (Behalve Europees model)
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
                      
Page 9 of 36

8
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
i-stop OFF schakelaar
Door de schakelaar in te drukken totdat een 
zoemer klinkt, wordt de i-stop functie 
uitgeschakeld en gaat het i-stop 
waarschuwingslampje (oranje) in de 
instrumentengroep branden. Door de 
schakelaar nogmaals in te drukken totdat de 
zoemer klinkt, wordt de i-stop functie 
ingeschakeld en gaat het i-stop 
waarschuwingslampje (oranje) uit.
i-stop waarschuwingszoemer
Als het stationair draaien van de motor is gestopt en het bestuurdersportier wordt 
geopend, klinkt er een waarschuwingstoon om de bestuurder te attenderen dat het 
stationair draaien is gestopt. Dit stopt wanneer het bestuurdersportier wordt 
gesloten.
i-stop indicatielampje (groen)/waarschuwingslampje (oranje)
i-stop indicatielampje (groen)
• Wanneer de motor gestopt is.
Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het 
stoppen van de motor is voldaan.
• Het lampje gaat branden wanneer het contact op ON 
wordt gezet en gaat uit wanneer de motor gestart wordt. i-stop waarschuwingslampje (oranje)
• Het lampje gaat branden wanneer de i-stop OFF 
schakelaar wordt ingedrukt en het systeem wordt 
uitgeschakeld. • (Behalve Europees model)
                      
Page 36 of 36

35
Als er zich een probleem voordoet
Als er zich een probleem voordoet
• Lekke band
Als u een lekke band heeft, langzaam naar een vlak gedeelte rijden en de band 
op een plaats buiten het verkeer en op voldoende afstand van de rijbaan 
verwisselen.
Gebruik in het geval van een lekke band de lekke band noodreparatieset om de 
band tijdelijk te repareren of gebruik het noodreservewiel.
• Oververhitting
1. Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Controleer of er koelvloeistof of stoom uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte komt:
Niet te dicht in de buurt van de voorzijde van de auto komen. Zet de motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer naar buiten komt, open vervolgens de 
motorkap en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor stationair laten draaien om deze geleidelijk te 
laten afkoelen.
• Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt het aanbevolen dit aan een deskundige 
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur of aan een erkend 
sleepbedrijf over te laten.
•  Waarschuwingslampje en waarschuwingszoemer
Controleer op bijzonderheden betreffende het waarschuwingslampje of -geluid 
in deze handleiding als een waarschuwingslampje brandt of knippert of een 
waarschuwingsgeluid klinkt. Neem contact op met een officiële Mazda 
reparateur als het probleem niet opgelost kan worden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 7, “Lekke band”, “Oververhitting”, “Slepen in 
noodgevallen” of “Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers”.